De geschiedenis van het huis "de swaen", Stokstraat 37, is al heel wat ouder dan het jaartal 1774 in het onderschrift op de gevelsteen doet vermoeden. Aan de hand van gegevens uit de archieven en met name de gichten (register van aan- en verkoop) kan de geschiedenis van een huis meer inhoud gegeven worden.
Zo behoorde het hoekhuis "de swaen" al in de 16e eeuw aan de familie Here en was er in 1579 een bierbrouwerij gevestigd. In 1607 werd het vermeld als liggende schuin tegenover de huizen "sampson" aan de Stokstraat en "den ancker" aan het Eksterstraatje.
In 1629 woonde ene Willem de Peron in "de swaen", dat echter eigendom was van Jan Maes, getrouwd met Pietje van Here en die er waarschijnlijk ook een herberg van gemaakt had. In 1634 verhuurde Jan Maes de herberg aan brouwer Crijn Craen, die ook de tonnen van het panhuis (=brouwerij) mocht gebruiken. In 1650 werd het huis verkocht aan brouwer Olivier le Tichon. In 1709 werd "de swaen" vermeld als een van de weinige herbergen, die zelf bier mochten brouwen en verkopen. Vermoedelijk was het oude huis in vervallen toestand geraakt, want toen het in 1774 door de gezworen raad Eustachius Lousbergh werd aangekocht, werd het meteen ingrijpend verbouwd, inclusief het plaatsen van een nieuwe voorgevel, waarin de gevelsteen 17 IN DE SWAEN 74 een plaatsje kreeg.
Opgemerkt mag nog worden, dat de Stokstraat in de 18e eeuw door toedoen van de bloeiende Maashandel een deftige woonbuurt was geworden en aan de toen gebouwde of vernieuwde huizen was dat goed te zien.
In enkele jaren tijds veranderde "de swaen" verschillende keren van eigenaar. In 1786 was het eigendom van bouwmeester J. Sanders; in 1791 was de steenhouwer Laurentius Leonard de eigenaar en hij woonde er nog in 1802.
Tegen het eind van de 19e eeuw is het met "de swaen" en het hele Stokstraatgebied bergaf gegaan. Toen het huis, uitgewoond en al, in 1958 leeg stond, werd de gevelsteen uit de gevel gebroken en ontvreemd. Enkele dagen later werd hij in Aken opgespoord. Dit alles was voor de carnavalskrant "De Tempeleer" aanleiding een spotprent te publiceren met daarop twee soldaten die de steen op een kinderwagen wegslepen en het geladen onderschrift: "Das hatten wir in '44 noch verjessen."
Fragmenten uit het verleden.
In de periode van 23 augustus 1871 tot 8 januari 1873woonde volgens het Maastrichtse bevolkingsregister in dit huis (toen huisnummer3018, tegenwoordig 37) het echtpaar Christiaan Baartscheer (dagloner van beroep) en Joanna Hubertina Thimister. Het echtpaar was afkomstig van de Ruiterstraat in Wyck en had reeds één zoon, Jacobus. Op 1 november 1872 werd in hun nieuwe woning in de Stokstraat een dochter geboren: Maria Gertrudis. Op 8 januari 1873 verhuisde het gezin terug naar Wyck.
Heeft u aanvullende informatie over deze steen of een betere suggestie voor de vertaling? Deel deze met ons via onderstaand formulier. Wij zullen u bijdrage zorgvuldig beoordelen en u hiervan op de hoogte houden.
Om de financiering van de lopende kosten nu en in de toekomst mogelijk te maken, kunt u ons steunen en zich aanmelden als donateur van onze stichting.
Steun ons