De steen in het gras is gefotografeerd in 1976 op het terrein van de gemeentelijke opslag in de Beatrixhaven.
De steen had toen - telkens met het Geschiedkundig museum meeverhuisd - al heel wat omzwervingen achter de rug.
In 2016 kreeg de stichting VMG de inmiddels gebroken steen in bruikleen met de bedoeling die te herplaatsen.
Het moet rond 1900 zijn geweest dat het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (LGOG) de wapensteen in haar bezit kreeg. Een aantekening op een oude inventarislijst vermeldt, dat het een schenking was van Dhr. Victor Hustinx.
En dat zet ons min of meer op het spoor van waar de steen oorspronkelijk vandaan komt.
Dat is zo goed als zeker Wolfstraat 8, dat rond 1900 geheel nieuw herbouwd werd en waarvan bekend is, dat daarvoor in de voor- én achtergevel het wapen van Baumhauer was aangebracht.
Echt hard bewijs voor die herkomst is verder niet te leveren, maar er zijn een paar opmerkelijke aanwijzingen.
De notitie op de oude museumlijst koppelt Victor Hustinx aan deze steen en er blijkt een connectie te bestaan tussen de naam Hustinx en Wolfstraat 8.
Begin 20e eeuw was namelijk daar in dat pand een winkel, koffiebranderij en groothandel in koloniale waren gevestigd onder de naam Fa Wed R.W. Hustinx.
Hoe toevallig is toevallig?
Wolfstraat 8
Samen met hun (schoon)moeder Maria Fremont (weduwe van Johannis Boomhouer) bewoonde Pieter Boomhouwer, getrouwd met achternicht Maria Baumhewer, in 1684 de 'Lanscroon' in de Grote Staat.
In 1691 verhuisden zij naar 'Mariëndael' in de Wolfstraat, dat later met het buurhuis werd samengevoegd tot wat nu het grote pand Wolfstraat 8 is. Dat moet zijn geweest nadat kleinzoon Johan Hendrik in 1716 Mariëndael uit de erfenis van zijn grootmoeder had verkregen en het naastgelegen 'Houten Huijs' had gekocht.
Bij de dood van grootmoeder Maria Fremont werd melding gemaakt van het feit, dat haar huis was voorzien van twee wapenstenen; een aan de voorzijde en een aan de achterzijde.
Familiewapen van Baumhauer
Het wapen zoals het staat afgebeeld in de wapenbrief van 1513, waarin keizer Maximiliaan het wapen en titel verleent aan Christianus Bomhower uit Reval (nu Talinn in Estland) wegens verdiensten verleend aan het Heilige Roomse Rijk.
De Baumhauers waren toen en later schatrijke bankiers.
Die verdiensten bestonden dus bijna zeker uit het verschaffen van grote sommen geld, waar de heersers van toen altijd om verlegen zaten om hun oorlogjes te kunnen financieren.
De Von Baumhauers verspreidden zich over geheel Europa en het was met name een tak uit Aken die om godsdienstige redenen uitweek naar Maastricht waar de nakomelingen kapitale huizen bewoonden in de Bouillonstraat, Platielstraat, Grote Staat, Bredestraat, Vrijthof en de Wolfstraat.
Het pand waar u nu voorstaat had lange tijd de naam "de Hof van Slijpe", vernoemd naar de protestantse magistratenfamilie, die dit pand tussen het midden van de 17e eeuw tot begin 19e eeuw bezat. De geschiedenis van dit stadspaleisje gaat verder terug tot de 16e eeuw. Het was ontstaan door samenvoeging van het huis van de koopman Jan Neven en het huis van kapitein Antoine de Pomprije. Na de verovering van de stad in 1632 door Frederik Hendrik werd het huis bewoond door de eerste "Hollandse" gouverneur. Een periode, waarin Maastricht veranderde van een welvarende nijverheidsplaats in een gesloten vestingstad met een garnizoen.
Heeft u aanvullende informatie over deze steen of een betere suggestie voor de vertaling? Deel deze met ons via onderstaand formulier. Wij zullen u bijdrage zorgvuldig beoordelen en u hiervan op de hoogte houden.
Om de financiering van de lopende kosten nu en in de toekomst mogelijk te maken, kunt u ons steunen en zich aanmelden als donateur van onze stichting.
Steun ons