Beer

De huidige beer in de Jodenstraat  is afkomstig van het vroegere logement ‘DE BEER’ in de Rechtstraat naast nummer 25, dat is afgebroken bij de doorbraak van ’de Percee’
Jarenlang lag de gevelsteen in het depot van het Geschiedkundig museum voordat hij in 1925 een plekje kreeg in de Jodenstraat 1, waarbij duidelijk rekening gehouden is met de naam van de daar eerder gevestigde brouwerij IN DEN BEER en het op dat moment verdwenen beeld van een andere beer, dat er oorspronkelijk hing.

Er zijn dus verschillende beren, maar de chronogramsteen is telkens dezelfde.
Het verhaal dat nog steeds de ronde doet, wil dat het tijdvers – dat aangeeft dat het pand onder bescherming van Christus in 1833 nieuw werd opgebouwd – geplaatst is nadat het pand eerder was ingestort. Dat zou dan gebeurd moeten zijn toen brouwer Rutten (en dat was Nicolaas Rutten, bijgenaamd het Waterkläöske) met een vooruitziende blik wat betreft de blokkade tijdens de Belgische opstand, de zolders van Jodenstraat 1 zodanig volgestouwd had met graan, dat de vloeren het begaven. Graan en huisvrouw kwamen in de kelder terecht, zegt het verhaal. Zij zou het overleefd hebben, het huis echter niet. Maar de werkelijkheid was anders.
In de kronieken van Van Gulpen en Flament wordt een afwijkende, maar meer juiste en dramatische versie gegeven.
Er had een instorting plaats gevonden, dat wel, maar het betrof niet Jodenstraat 1, maar het bijbehorende Maastrichter Brugstraat 14 en het valt dus te betwijfelen of het 1833-chronogram in de Jodenstraat betrekking heeft op het gebeuren van 1822. Wel was het een feit, dat Jodenstraat 1 het achterhuis/achteruitgang was van Maastrichter Brugstraat 14; dus een verband was er wel.